Sweet spot

De hele zomer kijk ik ernaar uit. Het maakt ook niet uit hoe goed het seizoen is, waar we op vakantie gaan, of ik blij ben met m’n zomerkleren. Er is altijd één dag in het jaar waarop je een trui met blote benen kan combineren. Zo’n sweet spot van fris, maar niet koud. Zonnig, maar niet warm. Vroeger kon je je guldens erop inzetten dat je eind september aan de beurt was, tegenwoordig is ‘t halverwege oktober raak. 

In ‘t voorjaar heb je een omgekeerde overgang, maar kan je het wel vergeten. Je lange broeken en wollen truien komen je neus uit. Dus bij de eerste zonnestraal die een échte lentedag belooft, trek je – natuurlijk veel te overmoedig, we zijn Noord-Europeanen, hè – gelijk een t-shirt en rok aan. Niets geen tussenfase, schijt aan even wennen, FUCK. DE. WINTER. “Ja, het is even fris als je op de fiets stapt,” zeg je tegen iedereen die ‘t horen wil, “maar straks wordt het genieten! Big risk, big reward, baby!” Je vervloekt jezelf klappertandend wanneer je aan je vijfde glas thee begint en maar niet warm wordt.

Waaróm die blote benen en een trui zo’n goede combo zijn? Het gaat verder dan een warm bovenlijf in een gezellige fluffy trui en je benen nog in de vrijheid van de zomer. Het is het gevoel van zo’n gouden zonnetje die elke schaduw poëtisch maakt en de herinneringen aan lange zomeravonden nog vers in je geheugen. Zin in het aanbreken van die gezellige tijd binnen, die je nu nog bestempeld als die gezellige tijd binnen. Nog niet hoeven hunkeren naar een blauw stukje hemel. Je lichaam nog vol vitamine D en levenslust. En vooral, die veel te lange grijze, gure winter de pas afgesneden. Al is ‘t maar voor één dag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *