Bananenpannenkoeken – 1 pers.

Iedere keer dat ik m’n Word-document open, voel ik me een neppe Carrie Bradshaw. En zij was al fictief, kan je nagaan. De verhalen dwarrelen in m’n hoofd. Prachtige zinnen passeren de revue. Maar tóch. Ik krijg ’t niet voor elkaar.

Het liefst schrijf ik over wat ik vind en voel, maar ik denk te veel aan wat anderen over míj vinden en voelen. Alles lijkt zo kleinzerig en #firstworldproblems. Zeker als je bedenkt wat er allemaal in de wereld speelt. Kan ik dan niet beter m’n energie steken in het helpen van mensen en verbeteren van de wereld? Met m’n woorden een bijdrage leveren aan iets groters? Echte Impact Maken? vraag ik me regelmatig af.

Maar dan denk ik aan bananenpannenkoeken. En aan hoeveel ik daarvan houd. Ik ontdekte ze twee jaar geleden, toen een collega Tupperware-doosje met klefgeworden mini-flensjes uit haar linnen tasje toverde. Ze was aan het diëten (wie niet, daar op kantoor) en dit ‘mocht’ ze eten. Goddelijk en je hebt maar twee ingrediënten nodig.

Yo, for real? Wordt dit zo’n Pinterest-recept waarin de amateurkok van dienst vertelt over een tripje naar Bali en hoe het haar leven veranderde? Zo’n recept waar je eerst drieënveertig anekdotes over partner, kinderen en aanverwante familieleden door moet ploeteren voordat je bij de ingrediëntenlijst aankomt. Ik weet het zelf maar al te goed: content is belangrijk. Maar please, woman! Vertel me gewoon naar welke vijf winkels ik moet om die zevenveertig ingrediënten – die ik overigens maar één keer ga gebruiken – moet halen.

Oké, we beginnen opnieuw. Ik houd dus van bananenpannenkoeken. Ik kan hier uren over zeveren, maar ga het niet doen. Ik ga het niet mooier maken dan dat het is. Ik houd van bananenpannenkoeken omdat het zo fucking simpel is. Prakken, klutsen, koekenpan, olijfolie, goed heet. En hoppa. Kan niet meer misgaan.

Net als de rest van de dag: kan niet meer misgaan. Het voelt alsof je iets echts hebt gekookt, nog voor het krieken van de dag. Je hebt voor jezelf gezorgd. En hoé! Het is voedzaam en een feest op je bord (in het Engels klinkt ‘t leuker: party on a plate). Geen broccoli met kip, maar pannenkoeken! De droom van iedere vijfjarige. En zeg ‘ns eerlijk, wanneer heb jij de vijfjarige in jezelf voor ’t laatst gevoed? Precies! Te lang geleden.

En weet je: die impact waar ik het eerder over had… die gaat er komen! Maar eerst moet ik mezelf voeden. Met moed, kennis en bananenpannenkoeken. Ik heb dít jaar pas geleerd dat m’n mening verwoorden iets krachtigs is. Dat ik me niet hoef te schamen voor wat ik denk en vind. Ik kan niet van mezelf verwachten dat ik intersectionele, feministische pamfletten schrijf en op de barricades spring, als ik pas nét heb geleerd hoe ik voor mezelf moet zorgen.

Wil jij ook goed voor jezelf zorgen – om je klaar te maken voor de strijd tegen een rechts kabinet óf een dodelijke saaie dinsdag? Dan zijn hier dan tóch de ingrediënten voor bananenpannenkoeken:

  • 1 rijpe banaan
  • 2 eieren

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *