De geur van een boekenwinkel is in essentie overal ’tzelfde. Maar tóch ruikt het in een boekenwinkel waar ze tweedehands boeken verkopen altijd net even anders. Intenser. Alsof niet alleen de bladzijden vergeeld zijn, maar ook de gebruikssporen van de voorgaande eigenaars gerijpt. Papier met een vleugje mens. Een extra dimensie.
Sinds anderhalf jaar probeer ik uitsluitend tweedehands boeken te kopen. Ik schrijf expres ‘probeer’, want het schiet er wel eens bij in. Als ik weer een lijstje met modern queens of Japanese literature vind, bijvoorbeeld. Daar is tweedehands gewoon bijna niet aan te komen. Let me rephrase that: daar is éérstehands soms al met moeite aan te komen. Maar misschien lag dat aan leverproblemen door de wereldwijde pandemie, de Brexit, de gesloten fysieke winkels en wéét ik het welke obstakels er de afgelopen maanden nog meer zijn opgeworpen.
Behalve wanneer ik m’n nieuw aangeboorde genre met veel bombarie verkondig aan vriend Bas en ‘m een van m’n vondsten laat zien. “Hé, volgens mij ken ik deze. Ze heeft nog zo’n boek. Ik weet precies waar het in m’n kast staat.” mijmert-ie. Waarop ik met een vraag antwoord welk boek dat dan is. “Ja, dat weet ik niet. Het is felroze.” Ok, thanks voor de specificatie. Én uiteindelijk het boek. Dat in een zucht uit was en inmiddels al een half jaar in m’n kast ligt te wachten tot ik het terugbreng naar de rechtmatige eigenaar. Oeps. Sorry! (not sorry)
Maar goed, als het kán dan dus tweedehands. Voor die eerder genoemde extra dimensie. En gewoon omdat het zonde is om alles maar nieuw te kopen, toch? Oh ja, en misschien ook omdat ik ben opgegroeid met Toy Story en soms nog ’t idee heb dat m’n spullen een ziel en emoties bezitten. Ai, onhandig. Maar daardoor geeft tweedehands winkelen nóg meer voldoening. Ik bied al die literaire pareltjes een nieuw huis. Een warm thuis. Ik zal over hun ruggen strijken, liefkozend de bladzijden pfffrrrrt’en en hun kruinen ruiken.
Tijdens m’n laatste winkelsessie scoorde ik Nescio’s De Uitvreter – Titaantjes – Dichtertje – Mene Tekel. Een boek dat ik op de universiteit had moeten lezen, maar niet aan toe kwam. Als enig werk van dat hele jaar. Waar uiteraard een heel tentamen aan werd gewijd. En ik op miraculeuze wijze een 7,5 voor haalde. M’n hoogste cijfer dat jaar. Ik ben er nog steeds verbaasd over en vond het meer dan de hoogste tijd om me aan de klassieker te wagen.
Deze ingebonden linnen hardcover was gewoon voor mij bestemd. Met de mintgroen/-blauwe kleur en strakke opdruk. Ik wist al lang dat ik De Uitvreter en consorten wilde en toen ik dit exemplaar zag, werd dat bevestigd. 6,50 euro. Hatsa. Daar kan je je tegenwoordig niet eens fatsoenlijk mee bezatten (zelfs niet met mijn lage alcoholtolerantie). Met als bonus een handgeschreven notitie op het schutblad. In een handschrift dat van m’n opa had kunnen zijn. Bladzijdenummers met daarachter woorden die ik ongetwijfeld op die pagina’s terug kon vinden.
Maar ook teksten ín het boek zelf. Ik hou daarvan. Haakjes om passages, woorden onderstreept, gedachten opgetekend: En toen met eenige variatie herhaalde i z’n oude rêverie over ’t water. Waarna ik onderaan de pagina de woorden Reve: “rooien” vind. Zonder verdere aanwijzing waar dat precies op moet duiden. Is dit boek gelezen door een Reve-fan? Een student Nederlands zoals ik dat ooit was? Hadden dit m’n eigen aantekeningen kunnen zijn als ik beter georganiseerd was?! Ik link reverie en Reve aan elkaar, maar ook alleen maar omdat het ene woord in ’t ander voorkomt. Shit. Dit gaat aan me knagen. Zoals de tijd de bladzijden heeft geërodeerd.
Geef een reactie