Zo’n drie maanden terug haalde ik ‘m in huis. Ik had al jaren zo’n ding op ’t oog, maar het mocht gewoon niet zo zijn. Ik had een vent met een mening, de post maakte er eentje kwijt, die bij m’n ouders op zolder was te zwaar en log en zag er niet fancy genoeg uit. Inderdaad. Ik wilde ‘m voor de looks. Omdat ik dacht dat wanneer ik een huis had dat eruitzág als dat van iemand die schreef, ik iemand werd die schreef. Dat de woorden dan uit m’n vingers zouden vloeien. Of nu ja, vloeien. Enig idee hoe zwaar zo’n typemachien typt?
Ik had uren op Marktplaats gespeurd naar het mooiste exemplaar. En naar een chille fauteuil, zilveren rolschaatsen en vintage bruidsjurken. Zoals je merkt: ik ben makkelijk afgeleid. Het ging tussen twee typemachines. Eentje kon ik ophalen in Schiedam, inmiddels zo’n 30 minuten met het openbaar vervoer van m’n huis, en de andere in Amsterdam. De Schiedamse was glanzend zwart en had in het goud ‘Keizersgracht’ op de voorkant geschilderd. M’n hart maakte een hupsje toen ik erop stuitte. De ander was lichtgrijs met een mooie, leren koffer om makkelijk mee te nemen. Ik zag mezelf er al mee in ’t park – want again: alles voor de looks! Pretenderen kan je leren.
Het werd de typemachine uit Amsterdam. Na drie keer vragen wat de eigenaar er voor wilde hebben, bleef-ie gratis én hij was compleet. Waar de Schiedamse versie een koffer miste, toch aan de zware kant was en zeker vier keer Thuisbezorgd kostte. K. ging ‘m voor me ophalen in Amsterdam West. “Zal ik nog wat voor ‘m meenemen? Een doosje chocolade, ofzo?” Ja, slim! Met legen handen aan komen zetten, voelde toch niet goed – ook al waren het niet m’n eigen handen. En met een fles wijn kan je wel ‘ns de mist ingaan. Zoals ik op 19-jarige wijze leerde toen ik m’n bovenburen in Kanaleneiland wilde bedanken voor de halve woonkamer die ik van ze had gekregen en ze me vriendelijk lachend uitlegden dat ze geen alcohol dronken. Wist ík veel dat er meer bestond dan ik kende?! Ik had werkelijk geen idee dat er meer was dan De Grot waar ik in opgroeide.
K. haalde het apparaat op en was gelukkig met de tram, want het gevaarte was toch zwaarder dan de korrelige, slecht-belichte, subtiel bewogen foto deed vermoeden. Ik kreeg meteen een berichtje van de verkoper. Dat hij hoopte dat ik er blij was. En dat hij de chocola lief vond, maar het zelf niet at omdat hij niet zo’n snoeperd was. Z’n huisgenoot gelukkig wel, dus die had er wel plezier van. In m’n hoofd las ik de ‘wel’ als ‘wél’. Z’n huisgenoot had er wél plezier van. Hij niet. Nee, hij was geen snoeperd. Waarom zég je zoiets?
Had-ie er toch wél iets voor willen hebben? Of was-ie beledigd dat we het in ons hoofd haalden iets te geven. Zoals je in Japan de restauranthouders beledigt door een fooi te geven (“hier, neem dit geld aan, je kan het gebruiken om je zaken op orde te krijgen”). Ik zag meteen een zure boomer voor me – zo eentje die z’n vrouw steevast voorstelt als z’n partner – en vroeg aan K. wat voor vent het was. “Uh, gewoon. Onze leeftijd ongeveer.” Wauw. Vast een oude ziel.
Maar goed, die typemachine staat nu in m’n huiskamer. Met uitgedroogd typelint. Zonder papier. Komt wel. Wanneer er weer mensen over de vloer mogen komen. Een vriendin van me heeft ook zo’n machine in haar huiskamer en als daar wordt geborreld, zijn er steevast geinponems die geheime poems en door de beneveling geïnspireerde berichten achterlaten. Om het de volgende dag vol ongeloof en ook een beetje neusophalend terug te lezen. “Huh? Hier stond toch een prachtzin die ik tot in m’n binnenste had gevoeld? Ik had toch een traantje op voelen wellen toen die-en-die dat typte?” Een ongewild en totaal mislukt gastenboek. Het leek me een prachtig idee. Hoefde ik er zelf in ieder geval niets voor te doen. De geschiedenis schreef zichzelf wel.
Ondertussen zijn we 90 dagen verder, heb ik nog amper mensen uit kunnen nodigen, laat stáán stevig kunnen borrelen (op die ene doordeweekse avond met iets te veel wijn en verdwaald vuurwerk na, dan). Dus er zit niets anders op. Ik moet eraan geloven. Stoppen met pretenderen dat ik schrijf en beginnen met typen. Wel op m’n laptop, want again: enig idee hoe zwaar zo’n typemachine typt? En toevallig ook hoe je een typelint vervangt? Iemand?
Geef een reactie